Eigendomsvoorbehoud: beveiliging tegen slechte betalers?
Als u een goed verkoopt, draagt u de eigendom over zodra het is geleverd. Zelfs als het goed nog niet (volledig) is betaald. U kunt dus maar beter een clausule tot eigendomsvoorbehoud opnemen in uw verkoopvoorwaarden. Wat nadere toelichting.
Stel u het slechtst mogelijke scenario voor: u verkoopt materiaal aan een klant, met onmiddellijke levering, maar met betaling op 90 dagen. Jammer genoeg gaat die klant failliet vóór hij uw factuur heeft betaald. Het geleverde goed kunt u onmogelijk terughalen, aangezien het u niet meer toebehoort. Pas na een lange gerechtelijke vereffeningsprocedure kunt u hopen dat u een deel van uw vordering kunt recupereren … als u geluk hebt.
Een nuttige bescherming
Als u daarentegen een clausule tot eigendomsvoorbehoud opneemt in uw algemene voorwaarden of in de bijzondere verkoopvoorwaarden, kunt u uw goed in geval van problemen recupereren. Deze clausule stipuleert immers dat u eigenaar blijft van het verkochte goed zolang het niet integraal is betaald.
Opdat de clausule tot eigendomsvoorbehoud volledig toepasbaar is, moet u op de volgende elementen letten:
- Stel samen met de koper een document op waarin het bestaan van deze clausule wordt gespecificeerd, of verzeker u er tenminste van dat u kunt bewijzen dat hij hiermee heeft ingestemd. Bij twijfel ligt de bewijslast immers bij u.
- Vergeet uw clausule tot eigendomsvoorbehoud niet in te roepen binnen de 40 dagen nadat het faillissement van uw koper is uitgesproken. Zo niet, dan riskeert u het voorrecht te verliezen.
- Weet ten slotte ook dat het eigendomsvoorbehoud niet kan worden gebruikt om uzelf te verrijken. Zodra de verkoop is gesloten, mag u de prijs op termijn dus niet gaan herzien.
Een opschortende clausule die aan steeds minder voorwaarden is onderworpen
Vroeger kon enkel op goederen die ‘identificeerbaar’ en ‘determineerbaar’ bleven een eigendomsvoorbehoud gelden. Kortom, goederen die niet bestemd waren om te worden geïntegreerd in een nieuw goed (bijvoorbeeld door verwerking) en niet bestemd waren om te worden samengevoegd met vergelijkbare goederen zonder de mogelijkheid de herkomst te traceren (bijvoorbeeld een berg grondstoffen.). Op dezelfde manier doofde het eigendomsvoorbehoud uit bij oprichting van een vastgoedvennootschap. Maar sinds 2013 is er goed nieuws: al deze uitzonderingen zijn niet langer van toepassing. Als het goed dat u levert door de koper echter permanent aan een onroerend goed wordt gekoppeld (bijvoorbeeld door een machine te verankeren in de grond), moet u het vooraf laten registreren als pand om beschermd te blijven.
En als de koper het goed heeft doorverkocht?
Behoudens specifieke overeenkomst mag het goed waarop een eigendomsvoorbehoud geldt, niet worden doorverkocht. Als uw klant het toevallig toch heeft doorverkocht, blijft u de enige wettige eigenaar en blijft u bijgevolg beschermd.
Zo veel voordelen. Waarom zou u er dus geen gebruik van maken?